Productiehuizen slaan alarm: Vlaamse tv-fictie is een succes, maar hoelang nog?-De Standaard

Er werd in de afgelopen tien jaar nooit meer Vlaamse tv-fictie gemaakt dan in 2023 en ook de budgetten voor topseries stijgen. Toch slaan de productiehuizen alarm. “Er heerst stilaan algemene malaise.”

Max De Moor

Productiehuizen slaan alarm: Vlaamse tv-fictie is een succes, maar hoelang nog?

 

‘This is not a murder mystery’ zal zeker in acht landen uitgezonden worden. — © rr

Er werd in de afgelopen tien jaar nooit meer Vlaamse tv-fictie gemaakt dan in 2023 en ook de budgetten voor topseries stijgen. Toch slaan de productiehuizen alarm. “Er heerst stilaan algemene malaise.”

Max De Moor

Vandaag om 03:00

  •  
  •  
  •  

“Vlaamse fictie is van wereldklasse”, jubelde Vlaams minister van Media Cieltje Van Achter (N-VA) twee weken geleden bij de voorstelling van een onderzoek naar de financiering van de Vlaamse audiovisuele sector. De resultaten van de studie van Vlaams kenniscentrum Mediapunt ogen op het eerste gezicht positief: er werden in de afgelopen tien jaar nooit meer minuten tv-fictie geproduceerd dan in 2023. Bovendien gaan de budgetten voor zogenaamde “high-end long-format” fictieseries in stijgende lijn. Het gaat dan om hoogwaardige fictie van 35 minuten of meer, zoals MoresnetArcadia of 1985. Een uur van zo’n prestigereeks kostte in 2023 gemiddeld ongeveer 837.902 euro, bijna een verdubbeling tegenover tien jaar geleden.

Dat werpt ook zijn vruchten af. Het tweede seizoen van de dystopische fictiereeks Arcadia is al verkocht aan zeventien landen, nog voor de serie volledig is afgewerkt. De politiethriller 1985, over het onderzoek naar de Bende van Nijvel, reisde ondertussen de wereld rond langs Australië, Israël en Spanje. En dan is er natuurlijk Knokke off dat vorig jaar in de week na de release op Netflix de op een na meestbekeken serie werd in Spanje, Uruguay, Argentinië en Duitsland. Alleen het royaltydrama The crown deed het toen beter.

Staan die successen op de helling? Een rondvraag bij de Vlaamse productiehuizen roept een somber beeld op. Hans Everaert van productiehuis Menuet en bestuurder bij de beroepsvereniging van Vlaamse onafhankelijke film- en televisieproducenten (VOFTP) spreekt over een “algemene malaise” binnen de sector. Volgens producent Peter Bouckaert (Eyeworks) zijn de huizen in een “perfecte storm” beland. Producenten Kato Maes (Panenka) en Helen Perquy (Jonnydeponny) bevestigen dat het steeds moeilijker is om het financiële plaatje rond te krijgen. Wat is er aan de hand?

Streamingoorlog

Ten eerste zijn de data een afspiegeling van een achterhaalde realiteit. De onderzoekers groepeerden de bedragen op basis van de datum van de eerste uitzending. Daarmee tonen ze eigenlijk het productieklimaat van enkele jaren geleden: de ontwikkeling van een tv-serie neemt gewoonlijk twee tot vier jaar in beslag. “De trends die zich op dit moment voordoen in de sector, zullen zich pas tonen in de releases van producties voor ten vroegste 2025”, erkennen de onderzoekers.

Inmiddels is de markt alweer fel afgekoeld. Internationaal zijn de zogenaamde streaming warsbij een nieuw hoofdstuk aanbeland: Netflix en Disney+ en co. staan onder druk om winstcijfers voor te leggen. De tijd dat zij in het wilde weg bestellingen plaatsten in de hoop dat er een hit tussen zat, ligt alweer achter ons. In 2023 verschenen er in de VS 24 procent minder fictiereeksen, schrijft Variety. “Door de pandemie en de schrijversstaking in Hollywood is hun productievolume fors gedaald. Een aantal van die platformen heeft zo voor het eerst winst gemaakt. Ze gaven immers minder uit”, duidt Bouckaert de evolutie.

 

Het tweede seizoen Arcadia is al verkocht aan zeventien landen. — © vrt

 

Politiethriller ‘1985’ genoot wereldwijd succes. — © Thomas Nolfs

In Vlaanderen zijn de streamingdiensten verplicht om tot 4 procent van hun omzet opnieuw te investeren in Vlaamse fictie. Dat kan via een bijdrage aan het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) of door te investeren in een specifieke serie. De VRT-series Twee zomers en Knokke off werden bijvoorbeeld gedraaid in samenwerking met Netflix. Zo’n samenwerking brengt wel extra kosten met zich mee, waarschuwt Helen Perquy van Jonnydepony: “Ik werk nu aan De big fuck-up met Streamz en Amazon Prime. Qua technische vereisten ligt de lat hoger en de rechten op alle muziek en fragmenten moeten wereldwijd gecleard worden.” Daar komt nog bij dat Vlaanderen een verwaarloosbare markt is voor de grote internationale spelers. Zij zijn vooral op zoek naar series die in Nederland kunnen scoren.

Perquy wijst er verder nog op dat de opgelegde stimuleringsmaatregel in andere Europese landen veel hoger ligt. Zo vloeit in Frankrijk 20 procent van de omzet terug naar de sector. Volgens het kabinet van Cieltje Van Achter is het echter moeilijk om de bijdragen met elkaar te vergelijken. “De voorwaarden zijn niet identiek en de audiovisuele markten verschillen sterk van elkaar. De 4 procent werd bepaald op basis van de doorlichting van het Vlaams audiovisueel beleid in 2021”, zegt woordvoerder Anne-Katrien Frans in een reactie. Tot vorig jaar lag dat aandeel overigens op 2 procent. Een herziening is nog niet voor morgen: de stimuleringsmaatregel zal ten laatste in 2027 opnieuw geëvalueerd worden.

Detective Magritte

De komst van de streamingdiensten heeft er wel toe geleid dat internationale coproducties de norm zijn geworden voor high-end fictie. Behalve de streamers tonen ook Europese omroepen interesse voor lokale producties met een internationale uitstraling. Zo investeerde het Duitse ZDF in series als Juliet en De dag. Dat model staat echter onder druk door besparingen op de publieke omroepen, vertelt Bouckaert. Perquy, die Arcadia maakte in coproductie met de VRT, de Nederlandse KRO-NCRV en het Duitse WDR, bevestigt dat het moeilijker is geworden om geld te vinden.

Niet dat de omroepen bij de pakken blijven neerzitten. De VRT pakte vorig jaar nog fier uit met een Europese samenwerkingsovereenkomst onder de noemer ‘New8’: de VRT en zeven omroepen uit Duitsland, Nederland en Scandinavië financieren drie jaar lang samen nieuwe fictieseries. Het gaat om acht series per jaar, één per omroep. Dankzij het initiatief kan Panenka This is not a murder mystery draaien, een surrealistische krimireeks met kunstenaar René Magritte in de hoofdrol als speurder in een moordzaak. De serie is nu al verzekerd van een publiek in acht landen.

Tegelijk verraden de productiecredits dat daar heel wat puzzelwerk bij kwam kijken. Naast VRT 1 en New8 worden ook RTL en Deadpan Pictures vermeld als coproducenten, bovenop zeven verschillende steunfondsen, waaronder het VAF en de Belgische Tax Shelter. “Het wordt steeds moeilijk om die puzzel te leggen”, beaamt producent Kato Maes. “Soms ben je meerdere jaren aan het ontwikkelen zonder te weten of het project gemaakt gaat worden. Dat maakt het risico alleen maar groter.”

De stijging van de productiekosten is voor een groot deel te wijten aan de toegenomen loonkosten. Die zijn niet alleen door de inflatie omhooggegaan. “De taxsheltermaatregelen maken het ook voor buitenlandse producenten interessant om in Vlaanderen te filmen. Onze filmcrews zijn daardoor veelgevraagd en hebben hun tarieven verhoogd”, legt Maes uit. Dat is hun gegund, vertellen de producenten, maar ondertussen blijft de indexering van de werkingsmiddelen van het VAF al sinds 2020 achterwege. Die zorg beantwoordt het kabinet van Van Achter met een indexering aan 50 procent in 2025.

Vanuit de commerciële hoek kondigen zich dan weer nieuwe kopzorgen aan. In hun alarmkreet over de teruggevallen reclame-inkomsten schoven de toplui van DPG Media en Play Media – tevens de hoofdaandeelhouders van Streamz – een duidelijk quid pro quo naar voren: “De makkelijkste manier om enkele miljoenen te zoeken is producties schrappen.”