De pers
27/04/2021
Terug naar overzicht

'Geen Belgisch belastinggeld naar buitenlandse games' - De Standaard 27/04/2021

'Geen Belgisch belastinggeld naar buitenlandse games'

Woensdag komt er een wetsvoorstel op tafel om het Belgische taxsheltersysteem uit te breiden naar de gamingindustrie. De
cultuursector vreest dat er daardoor minder geld voor hen zal overblijven. 

Het initiatief om het taxshelter systeem naar de gamingsector uit te breiden, kreeg al in 2019 een eerste aanzet, maar het voorstel strandde toen op Europese regelgeving. De nieuwe tekst die nu voorligt doorstaat wél de toets van de EU, omdat het systeem uit -
gebreid wordt naar heel Europa. Net daarom staat de audiovisuele sector op zijn achterste poten. Gevreesd wordt dat heel wat
taxsheltergeld uit België naar de rest van Europa zal vloeien.

Oorspronkelijk was de fiscale gunstmaatregel alleen gericht op de audiovisuele sector. Investeerders kunnen een behoorlijk belastingvoordeel krijgen als ze geld pompen in Belgische audiovisuele producties of buitenlandse producties die bijvoorbeeld met een deels lokale ploeg in België komen werken. Later kwamen daar de podiumkunsten bij. De gamingsector, een groeiende creatieve sector in ons land met een aantal gereputeerde scholen als Howest in Kortrijk, wil al lang een gelijkaardig systeem. In onze buurlanden bestaan er immers al derge lijke steunsystemen, waardoor Belgisch gametalent te vaak verdwijnt naar het buitenland.

Het eerste voorstel uit 2019 was bijna een copy-paste van het systeem voor de cultuursector, maar daar ging de EU niet mee akkoord. Volgens Europa is de gamingsector meer een economische dan een culturele sector. Daardoor gelden de wetten van het
economische concurrentiebeleid en zou een taxsheltersysteem louter voor de Belgische gamingindustrie een vorm van illegale staatssteun. Europa voorziet wel in uitzonderingen voor de culturele sectoren, waardoor de taxshelter in België de toets van Europa doorstaat.

Fraudegevoelig
Om op de kritiek van Europa te anticiperen, diende Kamerlid Steven Matheï (CD&V) een nieuw voorstel in. In plaats van alleen Belgische gamingbedrijven zouden ook bedrijven uit de rest van Europa aanspraak kunnen maken op het Belgische taxsheltergeld. Maar de Vlaamse Onafhankelijke Film & Televisie Producenten (VOFTP) zijn daar vierkant tegen. 

‘Vorig jaar werd bij de Belgische belastingplichtigen 160 miljoen euro taxsheltergeld opgehaald. Het jaar ervoor was dat 195 miljoen euro. Het cijfer daalt of stagneert al jaren’, zegt gedelegeerd bestuurder An Jacobs. ‘Als gamingbedrijven van over heel Europa gebruik zullen kunnen makenvan de Bel gische taxshelter, zal wat overschiet voor de audiovisuele sector snel afnemen. Het systeem wordt er ook fraudegevoelig door. Elke factuur voor een Belgische productie, bijvoorbeeld voor een cameraman die enkele dagen meewerkt, wordt door de overheid gecontroleerd op misbruik. Nu zou die ook alle facturen moeten controleren van pakweg een Hongaars gamingbedrijf?’

Culturele toets
Matheï denkt niet dat het zo’n vaart zal lopen. ‘België heeft echt wel gamingtalent dat naar investeerders zoekt. Nu stappen ze naar het buitenland. Er zijn heel wat Belgische investeerders die specifiek wachten op een dergelijk taxsheltersysteem, maar die niet in
audiovisuele producties willen investeren en wel in gaming. Het gaat dus niet om concurrentie.’

Maar wat dan met het argument dat er Belgisch taxsheltergeld naar het buitenland zal vloeien? Matheï: ‘In het voorstel hebben we een culturele toets behouden. Er wordt gevraagd dat 50 procent van de medewerkers Belg moet zijn of een link met België moet hebben.'

Jacobs: ‘Klopt, maar die bepaling is heel vaag geformuleerd. Het volstaat dat je even in België gewoond hebt om in regel te zijn. Een Europeaan die de gameopleiding van Howest volgt en vervolgens naar zijn land terugkeert, komt al in aanmerking. Begrijp me goed: wij zijn niet tégen de gamingindustrie, die mag ook voordelenkrijgen. In onze buurlanden wordt die industrie ook gesteund met - belastingkredieten, maar niet via een taxsheltersysteem dat de steun voor de audiovisuele sector dreigt uit te hollen.’